
Kleine kans op overstromingen, grote gevolgen voor huishoudens

Geplaatst op 30 september 2025
Nederland staat bekend om zijn waterwerken en dijken. Toch is daarmee het risico op overstromingen niet verdwenen. Het Centraal Planbureau (CPB) bracht onlangs in kaart wat dit betekent voor huishoudens. Het rapport laat zien dat de kans op een overstroming klein is, maar dat de schade enorm kan zijn als het toch gebeurt. Wie draagt in dat geval de kosten, hoe groot is het financiële risico en wat betekent dit voor de toekomst?
Het risico in cijfers
Op landelijk niveau is het risico overzichtelijk. Voor een gemiddelde koopwoning in een gebied met overstromingsrisico is het geschatte risico ongeveer 1,1% van de woningwaarde Dat lijkt niet veel, maar na een overstroming kan de ongedekte schade oplopen tot 12.000 tot 65.000 euro per huishouden. Voor een derde van de huiseigenaren is dat meer dan ze financieel aan kunnen. Vooral gezinnen met weinig spaargeld of hoge lasten lopen hierbij tegen de grenzen van hun mogelijkheden aan.
Niet alleen de armsten in risicogebieden
Huishoudens met een lager inkomen wonen niet per se vaker in gebieden met de hoogste overstromingskans. Sterker nog, in de kleine gebieden waar het risico het grootst is, wonen juist relatief vaak huishoudens met hogere inkomens en vermogens. Dat komt waarschijnlijk doordat veel mensen graag aan of dichtbij het water wonen. Dit zorgt voor hogere prijzen in die regio’s.
Verzekeringen en overheidshulp zijn geen garantie
De meeste huishoudens zijn verzekerd voor schade door regionale overstromingen. Sinds 2018 is dit bij veel opstal- en inboedelverzekeringen standaard opgenomen. Toch is de dekking vaak niet volledig. Gemiddeld vergoeden verzekeraars zo’n 90% van de opstalschade en 80% van de inboedelschade. Bovendien zijn niet alle overstromingen verzekerbaar. Bij doorbraken van primaire keringen (zoals zee- en rivierdijken) springt de overheid soms bij via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Maar buitendijkse woningen vallen hier bijvoorbeeld buiten, en de hoogte van de vergoeding is nooit vooraf gegarandeerd.
Ook mét verzekering of tegemoetkoming blijft er dus vaak een fors bedrag over dat huishoudens zelf moeten ophoesten. Voor een doorsnee getroffen huishouden gaat het nog steeds om tienduizenden euro’s.
Collectief of individueel risico?
Het rapport benadrukt dat Nederland voor een belangrijke keuze staat. Nu worden de risico’s grotendeels collectief gedragen. Via verzekeringen en belastinggeld betalen alle huishoudens mee, ongeacht waar ze wonen. Dit houdt premies betaalbaar en voorkomt dat mensen in risicogebieden onverzekerbaar worden. Maar het nadeel is dat er weinig prikkels zijn om zelf maatregelen te nemen, zoals het verhogen van drempels of het waterbestendig maken van vloeren.
Als bewoners in risicogebieden meer zelf zouden moeten betalen, worden ze meer gestimuleerd om maatregelen te nemen. Maar dat kan er ook voor zorgen dat mensen met minder geld in de problemen kunnen komen en sommige gebieden voor hen te duur worden.
Toekomst en beleid
Klimaatverandering vergroot de kans op extreme neerslag, hoge rivierstanden en zeespiegelstijging. Daarmee neemt ook het risico op overstromingen toe. Volgens het CPB is het daarom essentieel dat overheid en verzekeraars duidelijkheid scheppen over wie waarvoor verantwoordelijk is en wat de financiële gevolgen zijn. Zonder heldere afspraken dreigt onzekerheid, waardoor huishoudens minder snel zelf verantwoordelijkheid nemen en dit het verzekeren van de risico’s lastiger maakt.
Los van de eventuele dekking van de inboedel- en opstalverzekering zijn overstromingen lastig verzekerbaar. Een relatief kleine groep loopt het grootste risico, terwijl de kosten hard kunnen oplopen. Dit zal ook in de komende jaren een uitdaging blijven voor de overheid.